woensdag 8 juli 2009

Neerstrijken

Zoals ik vorig jaar moeite had mijn werklogboek bij te houden (een dagelijkse routine om werkgerelateerde observaties op te schrijven, zodat ze in een later stadium van je onderzoek als materiaal kunnen dienen), zo heb ik dit jaar moeite mijn persoonlijke blog bij te houden. Dat komt misschien omdat ik tot nog toe heel gewone dingen doe.

Papers aflopen tijdens de conferentie. Heel interessant, maar vooral voor mijn werklogboek.

Boodschappen doen met Mageshen. Lekker burgerlijk saampjes door de shopping mall lopen. Heeeerlijk, maar niet genoeg stof voor een verhaal.

Toegang krijgen tot de faciliteiten van de universiteit. Dat lijkt saai, maar is al iets interessanter, want de Indiase dame van het secretariaat die ik nodig heb om de vereiste pasjes te verkrijgen is stin-kend jaloers dat ik met Mageshen samenwoon en doet net of ze niets voor me kan betekenen. Dus regel ik het nu zonder haar. Dat gaat ook. En ik lach in mijn vuistje.

Indiase vrouwen worden wel vaker razend als Indiase mannen het met witten aanleggen. Hetzelfde geldt overigens voor zwarte vrouwen. Het is hetzelfde fenomeen als mensen die boos worden op 'de' buitenlanders die 'onze' banen inpikken. Is het waar? Is het niet waar? Niemand weet het, maar het wordt wel zo gevoeld.

De redenatie gaat als volgt: vrouwen (inclusief mijzelve) willen graag een verantwoordelijke en monogame man met een goede baan. Maar niet elke vrouw heeft de maatschappelijke positie om die eisen te stellen. De verantwoordelijke, monogame mannen met goede banen kiezen bij voorkeur een vrouw die die eisen wel stelt om hun goede eigenschappen te etaleren, en de alcoholische, ontrouwe klootzakken met de losse handjes blijven over voor de vrouwen die toch al niets te kiezen hebben. In Zuid-Afrika wordt deze tweedeling volledig raciaal geïnterpreteerd ('goede' zwarte mannen worden ingepikt door witte vrouwen) en is daarmee genoeg voor een forse portie afgunst. Ik doe maar alsof mijn neus bloedt en dan draait ze wel bij, denk ik.

Ik heb nu zonder deze dame mijn universiteitspas bemachtigd, dus ik kan naar de bibliotheek en ik kan gaan zwemmen in het universiteitszwembad. Eindelijk weer eens wat bewegen. Ik mis mijn wandeling van het Mackaya Bella guest house naar de universiteit. Mageshen woont verder weg; ik denk dat het net te ver is om te lopen.

Volgende week ga ik met mijn collega die een proefschrift over maskanda schrijft op stap om musici te interviewen. Ik ga weer Zoeloetaallessen, maskandagitaarlessen en danslessen van Abagqugquzeli nemen en contacten leggen met mensen in de muziekindustrie. Maar eerst ga ik bijkomen van mijn verkoudheid.

Geen opmerkingen: