zondag 27 december 2015

Histo's en etno's



Bij een zelfgekozen gebrek aan exotisme dan dus maar bloggen over de mensen met wie ik hier wel socialiseer en die een tribale volksstam op zich vormen: “Britse” intellectuelen. Degenen die mij kennen, weten dat ik ook mijn tijd in Oxford als een vervreemdende heb ervaren, met regels die alleen insiders snappen, en subtiele initiaties voor outsiders, en een sociaal onontkoombare noodzaak om je te voegen naar humor, uitspraak, en een zekere elite-ondoorgrondelijkheid.

Ik ben een heel end gekomen, maar een insider ben ik nooit geworden, bij die eilanders. Ik was nog een twintiger toen ik eraan blootgesteld werd, dus ik kan er moeiteloos naar terug, maar het is nauwelijks minder vervreemdend dan een Indiaas-Zuid-Afrikaanse schoonmoeder willen beschermen tegen de verbale vernederingen van haar zoon.

Het is wel een stuk prettiger toeven.

De Kerst in Johannesburg kon ondanks de tropische temperaturen nauwelijks Britser. Op Kerstavond (de 24ste) buiten op het gazon kregen we lamsbout, gegratineerde aardappelen uit de oven, bloemkool met bechemelsaus en Christmas pudding met hele dikke warme custard toe. Is ook erg lekker als het 25 graden is. Heus. En Christmas Crackers natuurlijk, met slechte grappen en papieren kroontjes erin.
En op Kerstdag had Grant een fantastische lunch met gevogelte en zelfgemaakte marmelade in elkaar gezet. Facebookvrienden hebben de details van het bereiden in detail kunnen volgen. Zijn hele familie was er, Angus’ hele familie was er.  Homoseksualiteit dus geen probleem, al waren de twee vaders wel steeds op vriendelijke wijze tegen elkaar op aan het bieden in grapjes en slimmigheden. Compensatie? Ik laat het aan de etnografen. 
Er waren ook twee hoogblonde neefjes die naar dure kostscholen gaan. Daar leren ze overigens tegenwoordig wel Zoeloe, dat ik dankzij het oudste neefje nog eventjes op een voor mij haalbaar niveau kon oefenen. En weer crackers – met kroontjes. De mijne was weggewaaid. 
Mijn gastheren hadden me heel attent gewaarschuwd voor die ene eigenlijk toch wel racistische oom, en voor grootmoeder die ervan uitgaat dat we eerst uitgebreid de Heer danken voor we aan de zalmpaté beginnen, maar verder was het allemaal ontzettend ontspannen en makkelijk. A seamless fit. Echt vakantie.

Op Tweede Kerstdag (Boxing Day) was ik genood op een left-over lunch in Durban. Weer een schitterend huis met een overweldigend uitzicht op de haven. Een enorm zwembad in de tuin en een overdekt terras met allemaal ongelooflijk progressieve Zuid-Afrikanen, allemaal ontwikkelingswerkers, allemaal maatschappelijk betrokken, allemaal academisch geschoold, allemaal wit, allemaal geprivilegeerd, waarvan ze zich bewust zijn, net als ik. Hoe blog je daarover?

Net als op een vergelijkbaar feestje vijf jaar geleden had niemand ooit nog van maskanda gehoord, terwijl zij al hun hele leven in Durban wonen en maskanda werkelijk o-ve-ral in Durban te horen is. Vijf jaar geleden was ik daar ontzettend kwaad over. Nu niet meer. Ik had niet anders verwacht. Net zoals Leonard ergens leek te verwachten dat ik hem als potentiële overvaller beschouw. Wat treurig is dat toch: berusting.

Sociologen en politicologen weten ook niet precies wat musicology is (dat weten musicologen zelf trouwens ook niet), dus ik legde ze uit dat er een problematische scheiding bestaat tussen musicology als de geschiedkundige bestudering van Europese kunstmuziek en ethnomusicology als sociaal-culturele benadering van alles wat niet tot dat normatieve repertoire wordt gerekend door mensen die daar zeggenschap over hebben. Alsof muziek van buiten Europa geen geschiedenis heeft en alsof je Europese muziek (juist door die kunst-kwalificatie) niet ook "antropologisch" zou moeten benaderen.

Een jurist, jongen van mijn leeftijd, pikte dat onmiddellijk op. Hij zingt in een koor en verbaast zich over de manier waarop de leden van dat koor zich Brits voelen, praten alsof ze zo uit Oxbridge komen en alleen maar Elgar en Howells willen zingen. Allemaal Zuid-Afrikanen. Britser dan Brits. "Bizarrrr", zei hij met een Oxbridge accent.

En er bleek iemand rond te lopen die wel degelijk wist wat maskanda was en een fantastisch blog over Zuid-Afrikaanse muziek bijhoudt dat ik al tijden voor mijn colleges gebruik, zo goed is het. We hebben de hele middag over muziek gepraat. En ik voelde me weer een beetje uitgedaagd in mijn verwachtingspatronen.

Geen opmerkingen: