maandag 15 september 2008

Lach

Ik mag dan weinig ervaring hebben met etnografisch onderzoek; ik geloof wel dat het iets voor mij is. Contacten leggen, informatie loskletsen uit mensen, hun reacties observeren, opschrijven wat ik zie, ruik, voel en bovenal: hoor. En dan al die ethiek die erbij komt kijken. Bij historische muziekwetenschap zijn die knakkers toch allemaal dood, bij dit onderzoek zijn ze niet alleen in leven, maar soms ook mijn kennissen of vrienden. Hoe ga je om met informatie die je loskletst van je vrienden om er vervolgens je brood mee te verdienen?

Voor mijn ‘etnografisch dagboek’, dat ik parallel aan mijn blog bijhoud en dat alle hardcore wetenschappelijke informatie (not!) over mijn onderzoek bevat, kan ik het antwoord op die vraag nog even uitstellen. Ik schrijf gewoon alles op en beslis later wel wat publicabel is. Maar, zoals eerder aangekaart, is een blog onmiddellijke openbaarmaking.

Donderdag zat Nishlyn woedend aan de lunch. Hij was door een vertegenwoordiger van de universiteit (zijn werkgever) bestempeld als ‘een Indiër’. Ik begreep niets van zijn woede. ‘Waar doe je nou moeilijk over?’ zei ik. ‘Je BENT toch gewoon een Indiër?’ ‘Interesseert me niets’, zei Nishlyn, ‘ik wens niet in een hokje gestopt te worden.’

Later, toen ik met Nishlyn en Mageshen in de auto zat om naar de stad te gaan, vroegen ze me het rechtstreeks: ‘Is er dan iets specifieks Indiaas aan ons?’ Ik moest er nogal om lachen. Als ik met Mageshen en Nishlyn op stap ben, heb ik altijd het gevoel dat ik in een Bollywoodfilm terecht ben gekomen. ‘Jullie zijn verschrikkelijk Indiaas’ riep ik. ‘Allebei. En ik kan het weten, want ik ben in India geweest. Jullie niet.’ ‘Wat is er dan Indiaas aan ons’, vroegen ze me. Tja, daar moest ik even over nadenken.

Het Bollywoodgevoel komt vooral omdat Nishlyn en Mageshen zo’n leuk clownsstel zijn, de een lang en dun (Petruk zeg maar) en de andere, laten we zeggen, nogal kort en stevig (Semar). Ze zijn allebei jazzmuzikanten en ze verkopen de ene running gag na de andere, steevast gevolgd door een superhoge gierende lach. Precies diezelfde lach had een in Engeland geboren en getogen Indiase vriend van mij in Oxford.

‘Ik denk dat het vooral jullie lach is’, zei ik. ‘Is dat alles?’ vroegen ze me. Tja, met uiterlijke kenmerken kom je niet echt ver. Nishlyn heeft me zelf verteld dat hij zó donker is dat er ongetwijfeld eens of meer een neger(inne)tje door zijn genenpoel gewandeld is. Het verkopen van running gags is niet iets exclusiefs Indiaas, en de Petruk-Semar combinatie is Javaans, dus veel verder kwam ik niet met essentialiseren. Ze hebben niet eens een accent…

En daarom mag ik dit blog publiceren van Nishlyn (want informanten vraag je om toestemming, juist als ze je vrienden zijn): ik begin zijn woede namelijk wel een beetje te snappen. Niemand wil gereduceerd worden tot een wayangtypetje of een Bollywoodpersonage, behalve voor de grap. Voor Nishlyn is het ‘geklassificeerd’ worden als ‘een Indiër’ net zoiets.

Klassificaties zijn gebaseerd op een web van associaties van de klassificeerder. Mijn web van associaties bij het 'Indiër zijn', bijvoorbeeld, had weinig te maken met Nishlyn, Mageshen of India. Het had te maken met mijn eigen ervaringen: Engeland, Bollywoodfilms, grappenmakers, wayang kulit op Java, ...

Voor grappen zijn zulke associatiewebben prachtig, maar in een officiële setting (want dat was de setting waarin Nishlyn tot Indiër werd verklaard) zijn ze simplificerend en daarmee stigmatiserend. En dergelijke simplificaties hadden in apartsheidtijd gevolgen voor elke teen die je bewoog. De ridiculiteit was realiteit geworden.

En toch kun je hier best apartheidsgrappen maken, mits je iemand kent en weet dat ie het kan waarderen: laatst, toen we langs de suikerrietvelden reden, vroeg ik Nishlyn en Mageshen hoe het nu verder moet met de Zuid-Afrikaanse suikerindustrie nu al die Indiërs zomaar jazzmuzikanten mogen worden. Als wraak zei Nishlyn de volgende dag, toen ik hem van Lucy’s leven in apartheidsomstandigheden vertelde: ‘I’m sure they’re all lies.’ Het duurde een paar ijzingwekkende seconden voor ik doorhad dat hij me ertussen nam.

Geen opmerkingen: