zaterdag 6 september 2008

Merc

Ik krijg de laatste dagen nogal wat verontruste mails van mijn liefhebbende vrienden op het noordelijk halfrond. Ze zien mij de hele tijd online. Dat klopt, ik ben ontzettend veel online. Ik zit toch niet in Afrika om de hele tijd achter een beeldscherm weblogs te schrijven? Dat klopt ook. Ik schrijf weblogs alleen ’s avonds of op een rustige zaterdagmiddag. Ik vind het een prettige oefening; elke dag een stukkie; en proberen er niet al te veel tijd aan te besteden.

Wat doe ik dan de rest van de tijd online? Ik zou olifanten moeten schieten en in de Indische Oceaan moeten zwemmen. Werken, beste mensen, werken. Ik zit hier gewoon op een kantoor. Zonder uitzicht, net als in Utrecht. Mensen te bellen, interviews uit te werken, papers in elkaar te draaien en ook nog colleges voor te bereiden.

Nu wordt dit blog zowel door mijn vrienden als mijn collega’s gelezen, dus de laatsten zullen nu de gelegenheid te baat grijpen om mij met allerlei werkvragen van het noordelijk halfrond te bestoken. Maargoed. Dat moet dan maar.

Maar in het weekend wil ik de boel hier natuurlijk gaan ontdekken. Dus ik was gistermiddag behoorlijk sagerijnig toen Selby het liet afweten. We hadden toch vorige week duidelijk afgesproken dat we zaterdag (vandaag) naar de townships zouden gaan. Hij zou me naar hostels brengen waar muziek wordt gemaakt. Maar toen ik hem belde om te vragen wanneer we zouden vertrekken kon hij zich voor vandaag niet vrijmaken. Er was kennelijk toch geen afspraak. Zondag dan misschien? Zondag ook niet. Volgende week is beter.

Een heel leeg weekend. Niet dat ik niets te doen heb. Ik heb nog uren tape te transcriberen en het Tijdschrift voor Muziektheorie in elkaar te zetten. Maar dat ga ik niet in mijn vrije weekend in Afrika zitten doen. ‘All work and no play makes Brabra a dull girl’. Dus ik struinde het internet af op zoek naar leuke touroperators die me op een dagje niet al te toeristische township zouden kunnen trakteren.

Toen belde Mysista. Ik ontmoette haar in Umkomaas vorige week en ze heet echt Mijnzuster. Haar drie oudere broers waren zo blij dat ze eindelijk een zusje hadden dat dat haar naam werd. ‘Hi’ riep ze. ‘Remember me?’ Natuurlijk zei ik. Hoe kun je zo’n naam vergeten. ‘You’re in the newspaper’ gierde ze. ‘Echt waar’, riep ik, ‘welke dan?’ ‘De Zoeloekrant natuurlijk’, zei ze, ‘UmAfrika. Kom je binnenkort eten?’ ‘Graag’ zei ik en toen hing ze op. John kocht een UmAfrika voor me: een hele pagina over de ‘unveiling’ van wijlen Professor Kunene, met foto’s van alle bobo’s en dus ook van mij want ik ben wit. Hoera.



[Klik op de afbeelding voor uitvegroting. Ik sta op het onderste plaatje, tweede van rechts, nogal duf. Mysista staat op het plaatje boven mij (links), en links daarvan is een plaatje van de familie van Professor Kunene met helemaal links Zosukuma.]

Een uurtje later belde Zosukuma, de zoon van Professor Kunene en de neef van Madala. ‘Hi’, riep hij, ‘remember me?’ Natuurlijk, blufte ik, want ik had zoveel mensen gezien; ik wist het gewoon niet meer. ‘Do you feel like dinner?’ riep hij. Hij belde op het juiste moment. Ja leuk zei ik. Ik ben er over 20 minuten zei hij. 20 minuten betekent in dit land een uur; en soms betekent het langer en soms ook korter.

Maar een uur later reed er dus een gigantische glimmende zwarte mercedes voor de deur van Makaya Bella. Wow. Stiekem ben ik dan toch een echt meisje. Het voelt lekker om in zo’n ding te stappen en rondgereden te worden. En Zosukuma is een echte gentleman. Hij heeft me ouderwets mee uitgenomen, alles betaald, alle deuren voor me open gehouden. En hij is bovendien echt een interessante persoon.

Onder het eten vertelde Zosukuma dat ie in Los Angeles is opgegroeid, omdat zijn vader tijdens de apartheid in ballingschap leefde en een vakgroep voor Afrikaanse talen had opgezet aan UCLA. Hij had in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Spanje gewoond, en toen hij in de jaren 80 terugkwam naar Zuid-Afrika woonde hij in Kaapstad in een township terwijl hij ook naar een superelitaire joodse school ging. Nu heeft ie een alternatief record label, Unreleased Records, in Joburg.

Waar komt dan toch die gigantische mercedes vandaan? Ik durfde het niet te vragen, maar hij zei iets vaags over werkzaamheden voor de filmindustrie. Hmmmm.

Al pratende kwamen we erachter dat we een erg vergelijkbare opvoeding hebben gehad: altijd rondreizen, ouders die zowel academici als actievoerders zijn (zijn vader richtte het ANC-kantoor in Londen op). We delen een zekere mate van ‘wereldburgerschap’, om dat vage woord maar even te gebruiken.

Vanmiddag gaan we met een paar van zijn vrienden naar het strand. Althans, dat is het plan, het is vanmorgen al drie keer veranderd. Hij vond het absurd dat ik nog niet aan het strand geweest ben, en dat is het ook natuurlijk. Morgen misschien de township. Of volgende week...

Geen opmerkingen: