Gisteren, tijdens een tochtje naar de kust ten zuiden van Durban, kwamen Mageshen en ik weer even in contact met het ‘oude’ Zuid-Afrika. Op weg naar het strand stonden we op een tweebaansweg te wachten voor een rood stoplicht. De weg voor ons ging een steile heuvel op en bovenop de heuvel gingen de twee banen over in één.
Naast ons stopte een oud bakkie: een roestige volkswagen pick-up. Achter het stuur zat een stevige Afrikaner met een baard en een sigaret in zijn mondhoek. Hij keek opzij, zag ons, en staarde… Zijn sigaret viel bijna uit zijn mond en hij deed geen moeite zijn afgrijzen te verbergen. En we wisten alledrie waar dat afgrijzen over ging.
Het is niet voor het eerst dat witte Zuid-Afrikanen naar ons staren. Meestal kijken ze mij indringend en bezorgd in de ogen. Het kan toch niet zo zijn dat ik uit vrije wil naast een donkere man in de auto zit. Misschien heb ik hulp nodig. Een dergelijke opstelling komt niet noodzakelijkerwijs voort uit racisme. Er zijn genoeg gevallen bekend van zwarte mannen die witte vrouwen ontvoeren, te grazen nemen, verkrachten en vermoorden. Het omgekeerde komt ongetwijfeld ook voor, maar je hoort er niet vaak over.
Het is ook interessant om te zien hoe weinig gemengde stellen hier rondlopen. Als we een gemengd stel zien, dan is het in de meeste gevallen een Indiaas-witte combi of soms een zwart-witte combi. Een zwart-Indiase combinatie zie je vrijwel nooit, terwijl er toch 3 miljoen Indiërs in Durban wonen. En in veel gevallen is de witte partner van het stel een buitenlander, zelden een Zuid-Afrikaan. Ik ben er extra op gaan letten, ook al pretendeer ik niet een statistiek te kunnen geven…
Maar deze meneer was duidelijk niet bezorgd om mij. Ik keek verschrikkelijk vuil terug en had zin om hem in het Nederlands aan te spreken: ‘Hé, dikke eikel, wat zit je te kijken?’ Maar het licht sprong op groen en Mageshen trok op. Hij blijft er stoicijns onder.
Terwijl we de heuvel opreden, hoorden we een knetterend geraas achter ons. We keken achterom en zagen hoe de Afrikaner zijn roestige bakkie zo hard op zijn staart trapte dat hij Mageshens reusachtige, benzineslurpende townshipSUV zou kunnen inhalen voordat de twee rijbanen één zouden worden en hij ons tot aan het strand voor zijn neus zou moeten gedogen.
Wellicht hoopte hij ook dat Mageshen in zou zijn voor wat ‘road rage’ en ook de heuvel op zou racen om als eerste boven te zijn, maar Mageshen liet hem met een gracieus gebaar voorgaan en we schaterden het uit. Wat fijn dat dat nu kan; dat is niet altijd zo geweest.
zondag 16 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten