zaterdag 22 augustus 2009

Voorvaderen

Dinsdag was ik in KwaMashu, een grote township 18 km ten noorden van Durban. Een van mijn contacten bereidt daar een muziektheaterproductie voor: verschilllende ‘traditionele’ Zoeloe muziek- en danstradities (waaronder maskanda) gecombineerd met eigentijdse muziek en dans en een educatieve boodschap voor de jeugd. Eind deze maand gaat de productie in première in het KwaMashu Arts Centre, ook weer een soort Theater Kikker, maar dan van de township.

Het is het veiligst om met een betrouwbare insider op stap te gaan: met Mageshen naar Chatsworth of Isipingo, met Skho shoppen in Warwick Triangle en met Selby naar KwaMashu. Hij is er opgegroeid en verhuurt zijn ouderlijk huis nu aan een achterneef.

Aan de townships zie je eigenlijk het best hoezeer Zuid-Afrika een land in transitie is. Als ik met Mageshen naar zijn moeder in Chatsworth rijd, kunnen we twee routes nemen: hetzij met een omweg over een hoofdweg, hetzij binnendoor. De hoofdweg is met een grote boog om een voorheen ‘blank’ woongebied heengelegd; de Indiërs moesten maar een kwartiertje omrijden om bij hun huis te komen. De route binnendoor gaat door dat blanke woongebied. Daar mochten Indiërs vroeger sowieso niet komen (dus ze moesten omrijden) en de wijken zijn nog immer van elkaar afgeschermd door grote stukken braakliggend land. De hele infrastructuur was ingesteld op segregatie.

Zo ook in KwaMashu. Sommige huizen zijn nieuw, andere zijn op de karakteristieke townshipmanier uitgebouwd, er is water en elektriciteit, de wegen zijn geasfalteerd, maar de indeling is nog als vroeger. ‘Links zie je Sectie B’, zegt Selby zonder zichtbaar onbehagen, ‘en rechts: dat is heeeelemaal Sectie D. En als we het kruispunt over zijn, rijden we Sectie C binnen.’ Ik vind het akelig: geen namen, maar letters voor je woonwijk. Ik krijg er concentratiekampassociaties bij, helemaal als je bedenkt dat Sectie C voor het grootste deel uit ‘hostels’ bestaat: barakken waar de allerarmsten wonen.


Maar het Arts Centre (www.kcap.co.za) is in Sectie B, bovenop een heuvel. Het is er levendig en gezellig; de muren zijn beschilderd met legale graffiti, er repeteren minstens twee lawaaiige maskandabands tegelijkertijd, en je kunt er uiterst smakelijke traditionele Zoeloe bonenprut eten. Waarom heb ik deze plek niet eerder ontdekt?

Ik interview mijn informant over haar productie voordat we een doorloop van het hele stuk gaan bijwonen. Ze vertelt dat niet iedereen aan de doorloop kan deelnemen. Een van de acteurs/dansers/musici is gisteren ziek naar huis gegaan omdat hij tijdens het dansen een ‘calling’ van een voorvader kreeg. Alle acteurs, vertelt ze me, hebben de gave met voorvaderen in contact te treden en dat brengt zekere risico’s met zich mee. De acteurs durven bepaalde muziekinstrumenten niet te gebruiken omdat ze dan bezeten kunnen raken en er niet altijd onmiddellijk uitkomen. Ook kunnen voorvaderen ontstemd raken als muziekinstrumenten voor ongeëigende gelegenheden gebruikt worden. En dansen kan sowieso leiden tot bezetenheid door een voorvader.

‘Waarom moet alles via de voorvaderen gaan’, verzucht ze. ‘Voorvaderen hebben issues, net als mensen. Ze zijn soms jaloers of knorrig en dan heb je de poppen aan het dansen. Ik wou dat dit soort zaken gewoon via God geregeld zou kunnen worden, als mediator, weet je wel.’ ‘Ja’, beaam ik, ‘soms zou je willen dat de zaken in de mensenwereld ook gewoon door een mediator geregeld zouden kunnen worden in plaats van door al die mensen met hun issues.’ Daar moeten we samen erg om lachen.

We wonen de productie bij, we eten lekkere bonen voor de lunch, maken foto’s, en wisselen adressen uit van andere informanten. Selby's ouderlijk huis, ook in Sectie B, blijkt een perfecte overnachtingsmogelijkheid voor de acteurs die uit Johannesburg komen. Hij regelt met mijn informant dat hij het ook in de toekomst aan haar kan verhuren. Als we weer in de auto terug naar Glenwood zitten, zijn Selby en ik in een opperbest humeur. Ik heb nieuw materiaal en nieuwe contacten. Selby heeft een goedbetaalde taxirit, een Zoeloeshow met lunch, en een nieuwe bron van inkomsten. De voorvaderen zijn ons kennelijk niet ongunstig gestemd.

Geen opmerkingen: