maandag 13 oktober 2008

Conditionering

Elke maandag om 12.15 uur is er een gratis lunchconcert in de universiteit. Dat zouden we nou in Utrecht ook moeten hebben. Iedereen spreekt elkaar weer eens: studenten, docenten, receptionisten, …

Meestal staat er een musicus of een band of een strijkkwartet van buiten op het podium. Soms treden studenten van de universiteit op, soms met eigen stukken. Alles wordt op video opgenomen en opgeslagen in de bieb. Zo kom je nog eens een maskandamuso tegen als je ernaar op zoek bent. Zoeloerappend in het schilderachtige koloniale Howard College Theatre.

De komende weken zijn er eindejaars- en overgangsoptredens van de studenten in de lunchconcerten. In oktober moeten ze optreden (praktijkexamens), want in november hebben ze schriftelijke tentamens, en in december gaat de tent dicht voor de zomervakantie, want dan is het inmiddels zo ondraaglijk warm geworden met een luchtvochtigheid van 80% dat je alleen maar in een zwembad de krant kunt zitten lezen.

Zoals ik al eerder schreef herbergt de School of Music vele muzikale en musicologische tradities: een vermaarde jazzafdeling (dankzij de nalatenschap van Darius Brubeck), een afdeling ‘African music and dance’ (die studenten uit heel Afrika aantrekt), een operaklasje, een muziektechnologieopleiding met een hoog Stockhausengehalte, een compositieopleiding (jazz, pop, klassiek), en een musicologie-afdeling (met zowel westerse muziekgeschiedenis als etnomusicologie).

Vandaag deden de studenten ‘African music and dance’ hun eindejaarsoptreden in het lunchconcert. En ik merk dat ik er niet over kan schrijven zoals ik erover zou willen schrijven, omdat het over mensen gaat met wie ik werk. De gevoeligheden die eromheen liggen, mijn beginnende begrip van die gevoeligheden, en mijn waarneming – die ik gevormd weet door een neokoloniale meer dan postkoloniale opvoeding – slaan mijn gedachten dood.

De studenten zijn afkomstig uit heel Afrika en er zit ook anderhalve witte tussen. Interessant is ook de aanwezigheid van een zwarte studente uit New Jersey, een slagwerkster, die ontzettend eastcoast Amerikaans is, vooral in haar pogingen African te zijn. Haar US Confidence leidt tot ergernis onder veel Zuid-Afrikanen.

En dan komen de vragen die niet gesteld kunnen worden toch een beetje aan de oppervlakte drijven bij de geërgerden: ‘Hoe “African” is dat meisje eigenlijk, afgezien van haar huidskleur, haar kroeshaar en haar zoektocht naar haar roots?’ Doet het ertoe hoe “African” iemand is? Kennelijk wel, al weet niemand wat het inhoudt.

Tot mijn schande duurde het even voordat ik de hoofddanseres herkende. Het Keniaanse meisje in mijn masters course; ik had haar pas nog doorgezaagd over dialectiek en sociaal constructivisme. Ze had een kleurige Oegandese rok aan en wiegde met haar heupen.

Het gebeurt me ook wel eens als ik een collega tegenkom in de sportschool, of een student in het zwembad. De context is zo anders dan je de persoon niet plaatsen kunt en hem/haar daarom niet herkent.

Maar waarom zou ik een van mijn eigen studenten niet in deze danscontext herkennen? Sluiten Oegandese dans en dialectiek elkaar uit? Allerminst. Ik was ten prooi gevallen aan het syndroom dat ik in mijn onderzoek aan de orde stel: het niet uitgesproken maar nog steeds zeer wijdverbreide uitgangspunt dat Afrikanen doeners zijn en Europeanen denkers. En dat doen en denken elkaar uitsluiten. Daardoor krijgen Afrikaaanse intellectuele tradities nog steeds niet de aandacht die ze verdienen.

En daar zat ik dan met mijn goede gedrag. Het Keniaanse meisje had zo slim over dialectiek en sociaal constructivisme zitten praten dat ik me haar niet in een Oegandees rokje met wiegende heupen voor kon stellen. Voor mijn geconditioneerde brein was ze al te Europees (of te wit) geworden om nog een serieuze carrière te ambiëren in African dance.

Met iemand als Mageshen kun je grappen maken over die conditionering. Van het weekend stelde hij voor dat ik niet hoefde te lopen. Ik kon ook een paard huren. Hij zou ernaast lopen en speciaal voor mij zijn schoenen uittrekken zodat iemand een heel erg koloniale foto van ons zou kunnen maken. Juffrouw te paard met koelie. Jammer dat we dat uiteindelijk toch niet gedaan hebben.

Geen opmerkingen: