Een pot rooibosthee naast mijn computer, uitzicht op de mediterrane heuvels van Highgate en gebarsten lippen van de droogte: ik ben weer in Johannesburg en het is net alsof ik niet weggeweest ben. Grant (musicologencollega uit Oxford en inmiddels ook een goede vriend) is aan het werk vandaag. Angus, zijn vriend, heeft me (na een copieus English Breakfast in een tuin met vijver en bloeiende jasmijn vol geel-groene kwettervogeltjes) weer bij het huis van Grant afgezet en daar kan ik nu lekker een dagje aklimatiseren. Het is hier dan wel winter, maar de winters hier zijn beter dan de zomers in Nederland. Helder droog licht, ’s ochtends fris en ’s middags 25 graden.
De reis ging gesmeerd, alles was op tijd en ik had een zitplaats met beenruimte bij een uitgang in het vliegtuig, waar ik alleen af en toe vandaan moest om een aantal islamieten even te laten bidden, wanneer ze na veel gesteggel de juiste richting naar Mekka hadden bepaald. Er zaten trouwens ook enorm veel orthodoxe joden met hoeden en baarden en keppeltjes in het vliegtuig die voor het vertrek op Schiphol met doeken om hun hoofd geslagen luid reciterend hun gebeden zegden. Neerstorten of gekaapt worden kon nu dus echt niet meer… Fijn om mijn lotsbestemming aan zoveel experts over te kunnen laten.
De dagvlucht naar Johannesburg vind ik leuker dan de nachtvlucht want je kunt door het raampje kijken. Eerst de Middellandse zee, dan urenlang geel-bruin-rode woestijn met indrukwekkende rotspartijen en gigantische drooggevallen rivierbeddingen en dan broccoli: alleen maar groen oerwoud zover als je kunt kijken. Het houdt niet op voor het donker wordt.
Het geeft me het gevoel van vals spelen om er zo overheen te vliegen: dwars over een heel continent met een van de grootste woestijnen en een van de grootste regenwouden ter wereld. Eigenlijk vind ik dat je er dwars doorheen moet om de milde frisse heldere lucht van Johannesburg op te mogen snuiven; en eigenlijk speelde de VOC ook al vals door er omheen te varen. Nu doe je het in 10 uur. Dat is helemaal een gotspe.
Vanmiddag ben ik even naar de shopping mall tegenover Grants huis geweest, die The Colony heet (ahum) en waar de beau monde (wit en zwart) van Johannesburg komt flaneren. Ik wilde met een krantje bij de pizzeria gaan zitten, maar kon nergens een krantenwinkel vinden. Wel vond ik een donker boekwinkeltje in een hoekje van de mall. De boekverkoper verkocht helaas ook geen kranten; daarvoor moest ik naar de shopping mall verderop en daar had ik geen zin in.
Dus bedacht ik dat ik iets lichts in het boekwinkeltje ging kopen om bij mijn pizza te lezen. Hij had vooral tweedehands spullen en ramsj en dat vond ik leuk. (Gelukkig hebben die akelige maanden bij die boekverkopersbond me niet mijn liefde voor boekwinkels ontnomen, al was het kantjeboord.)
Ik vond alles van boeketromannetjes en kinderboeken tot platenboeken over Afrika, de een nog beduimelder en ouder dan de ander, en een aanzienlijke kast met Afrikaanse literatuur. Ik had Carolien beloofd wat Ingrid Jonker voor haar op te sporen en bovendien fascineert dat Afrikaans me mateloos, omdat het een voor mij zo exotische ‘vervorming’ van het Nederlands is, als ik me zo oneerbiedig mag uitdrukken.
Er was een plankje ‘Digters’, maar Ingrid Jonker stond er niet bij. Er was een plankje ‘Prosa’ en er was ook een plankje ‘Geskiedenis’. Geen van de boeken was van na 1994 (toen de apartheid werd afgeschaft) en een aantal titels maakte een ongemakkelijk gevoel bij me los, alsof ik in de videotheek ongewild bij de porno-afdeling terecht was gekomen: een idolate lofzang op de architect van de Afrikaner Republiek: ‘In de skadu van Dr Verwoerd’. Of ‘Herinneringen van D.F. Malan.’ Google deze heren even, en je weet genoeg.
Ik was nieuwsgierig naar die boeken en pakte ze uit de kast, maar durfde ze niet aandachtig te gaan lezen. Zou ik ze durven afrekenen, laat staan ermee in een pizzeria durven gaan zitten? Ik denk dat de staf op mijn pizza zou spugen voor ze hem zouden opdienen.
Ik verlegde mijn aandacht snel naar de plank met reisgidsen en sight-seeing. ‘Suid-Afrikaanse Buitenlewe-Handboek’ las ik. Hmmmm. Toch maar even naar de Engelstalige kast. ‘For Volk and Führer’ stond er in gothische letters op een boek. Ik begon een beetje te zweten. Zelfs het uitzoeken van een boek kan in dit land geen daad van onschuld zijn, dacht ik. Toch uit de kast gepakt en ingekeken. Het bleek een anti-Duits oorlogsboek te zijn.
Toen ik uiteindelijk met een gegarandeerd verantwoorde keus, de dichtbundel Uit en Tuis van Elisabeth Eybers, bij de toonbank aan kwam zetten, begon de boekhandelaar dankbaar in het Afrikaans tegen me aan te lullen. Wanneer zou iemand voor het laatst een boek uit die kast met Afrikaanse literatuur hebben gekocht, vroeg ik me af. Ik bedankte hem in het Nederlands en voor de zekerheid toch ook maar even in het Afrikaans: baaie dankie.
Vanavond gaan Grant en Angus en ik een pubquiz doen. Frieten, pints en weetjes over rugby en rockbandjes. Like in the Oxford days… Ik heb er zin in, maar heb de heren wel gewaarschuwd: ik weet bijna nooit het goede antwoord, en als ik het weet ben ik daar zo blij mee dat ik het in mijn door bier vertroebelde extase door de hele pub toeter, waardoor de andere teams ook meteen op de hoogte zijn.
Morgen doorvliegen naar Durban…
4 opmerkingen:
Wew! Jammer dat ik je een tijdje moet missen, maar ik zit me nu al te verheugen op de rest van je reisverhalen, je schrijft echt fantastisch!
Je gaat ze toch wel bijna elke dag schrijven he? (weg met die krant:)
Niet te veel drinken! Joburg katers zijn erger dan gewone katers. Zal wel aan de hoogte liggen of zo...
Leuk dat je mij laat meegenieten van je belevenissen. Ik wens je een heerlijke tijd toe. Aan het weer hier mis je niets, maar gelukkig is je bij Lowlands droog en zonnig dit weekend. Kunnen onze studenten nog even genieten voor ze weer aan de slag moeten. Zal ik even voor je checken hoeveel nieuwe eerstejaars (nu vooraangemeld 35) het pop-polsbandje om hebben tijdens de introductie?
Ha Barbara! Wat een leuk blog! Blijf schrijven! Leuk om je weer 's wat beter te kunnen volgen.
Een reactie posten