zondag 24 augustus 2008

Mhlambo

Een van de redenen dat ik mijn verblijf in Zuid-Afrika als verfrissend ervaar, is dat ik bepaalde vanzelfsprekendheden in mijn gedrag en mijn perceptie moet heroverwegen, omdat ze voor anderen niet vanzelfsprekend zijn. Een van die vanzelfsprekendheden is mijn vertrouwen op (en afhankelijkheid van) verbale communicatie om begrip en contact te bewerkstelligen.

Ik ben een vrouw van woorden, ik houd van de zoektocht naar de juiste woorden om een ervaring of een gebeurtenis over te brengen. Daarom houd ik van mijn vak: een – in essentie – nonverbale uitdrukkingsvorm als muziek toch in woorden vangen. Ik ken genoeg mensen die daar broertje-dood aan hebben. Waarom moet je ouwehoeren over muziek? Kun je niet beter gewoon muziek maken? Ik snap die reserve wel, maar ik vind het proberen te vangen van muziek in woorden gewoonweg te leuk om het te laten.

Verbale communicatie is een verre van ideale manier om ‘betekenis’ over te brengen; daar hebben geesteswetenschappers boeken vol over geschreven. Het begint al met het feit dat een woord voor de een iets anders betekent dan voor de ander en dan kom je er pas later achter dat je over iets verschillends aan het praten was, terwijl je dacht dat het over hetzelfde ging. Of andersom.

In een multiculturele maatschappij als de Zuid-Afrikaanse bevinden dergelijke problemen zich meer aan de oppervlakte dan in de homogene (academische) gemeenschap waarin ik me in Nederland gewend ben te bewegen. Zeker door jarenlange gesegregeerde ontwikkeling tijdens de apartheid is Babylonische spraakverwarring hier aan de orde van de dag. Zozeer zelfs dat je je gaat afvragen of woorden wel zo handig zijn om communicatie en begrip mee te bewerkstelligen. Heeft iemand een alternatief?

Illustratief voor de tekortkomingen van verbale communcatie was een sessie over Muziek en HIV tijdens de muziekwetenschappelijke conferentie die ik afgelopen week bezocht (en waar ik zelf ook gesproken heb, maar daarover later).

Steeds vaker vervult muziek in Afrika een voorlichtende rol in de bewustwording onder jongeren van de gevaren van aids. Er was een spreker die vertelde over hiphopnummers die op nogal directe (en vrouwonvriendelijke) wijze de lekkere dikke tieten van meisjes be‘rappen’ om er aan toe te voegen dat ze dodelijk zijn tenzij je een plastic zak om je pik trekt. Er was een andere spreker die vertelde over religieuze rituelen van traditionele ‘diviners’ op het platteland. Zij bezingen de mhlambo, de giftige slang die van de zee komt en wiens gif, lang na de beet, zijn dodelijke werk doet.

De spreker suggereerde dat dergelijke waarschuwingen helpen en dat het aantal aidsdoden afneemt. Hij wilde dat gaan aantonen door later in zijn onderzoek met empirische gegevens over aidsdoden te komen. Maar, zo zei hij, de diviners vertellen soms ook dat aids veroorzaakt wordt door voortschrijdende modernisering en opleiding. Opgeleide mensen verwaarlozen vaak hun plichten aan de voorvaderen. Ze brengen geen offers meer en bidden niet genoeg. Zij roepen daarmee de aidsepidemie af.

Het deed me denken aan wat mijn vader me vertelde over de aardbeving in Yogyakarta, op Java, twee jaar geleden, die honderden levens eiste. Yogya heeft een nogal progressieve sultan die verschillende internationale managmentopleidingen heeft gedaan, vloeiend Engels spreekt, en zijn kennis ten goede laat komen aan het besturen van zijn district. Maar toen de aardbeving plaatsvond, wist de bevolking snel genoeg wiens schuld het was: de sultan. Hij had zich namelijk niet van zijn aristocratische taak gekweten de tempels en heilige plaatsen vaak genoeg te bezoeken. Hij had de goden ongunstig gestemd en de aardbeving was de straf daarvoor. Er zit een onmiskenbare logica in, daarom is zo’n verhaal zo moeilijk te ontkrachten.

Er is een hevige discussie gaande in Zuid-Afrika over het opnemen van ‘indigenous knowledge systems’ in het opleidingscurriculum. Iedereen – wit, zwart, hoog- of laagopgeleid – is het er over eens dat ze een plaats moeten krijgen. Je kunt niet in uitsluitend westerse termen en met westerse analytische technieken over Afrikaanse muziek praten.

Dergelijke initiatieven vallen samen met zoektochten, overal in de mondiale academie, naar kennissystemen die niet in de eerste plaats gebaseerd zijn op geschreven woorden, op relatief statische teksten. Mede onder invloed van ontwikkelingen in de ICT gaan er stemmen op om minder conceptgerichte en meer intuïtieve vormen van kennisverwerving te ontwikkelen, omdat ze sneller en economischer kunnen zijn. Kennis wordt gaandeweg een gegeven dat niet uitsluitend in de hersenen, de herinnering en de conceptualisering daarvan wordt onthouden maar ook in, bijvoorbeeld, het menselijk lichaam meegedragen wordt. Het is een onderkenning van het feit dat het (geschreven) woord in sommige gevallen een nogal eenzijdige en daarmee tekortschietende manier is om betekenis over te dragen.

Maar hoe maak je een onderscheid tussen waardevolle inheemse of 'alternatieve' inzichten en technieken, en bijgeloof waarbij levens op het spel kunnen staan? Wie maakt dat onderscheid? Wie bepaalt wat waardevol is?

Die vraag werd pijnlijk in de discussie die volgde op het betoog van de spreker over de diviners. Iemand uit het publiek wees hem op het probleem dat de mhlamboslang als metafoor niet duidelijk genoeg is om mensen voor te lichten over de besmettingsrisico’s van aids. Hij wees hem er ook op dat het wantrouwen van de diviners tegen modernisering en opleiding allesbehalve preventief werkt in de bestrijding van aids. De spreker zag het probleem niet. Gesteund door andere aanwezigen in het publiek benadrukte hij dat dit nu de inheemse kennissystemen zijn die meer aandacht moeten krijgen. ‘Als je over een virus praat, begrijpt niemand wat je bedoelt’, zei hij. ‘En de mensen weten heus wel wat ze moeten doen als de diviners over de mhlambo beginnen.’

Op dat moment zag ik hoe het middel van verbale communicatie om tot begrip van elkaars bedoelingen te komen volstrekt tekort schoot. Er was een volstrekt onbegrip tussen de voor- en tegenstanders van de rol van de diviners in de bestrijding van aids. Er was geen gemeenschappelijk terrein meer waarop ze elkaar konden uitleggen wat ze bedoelden. Sommige aanwezigen verlieten de zaal; ze hadden dit soort discussies eerder meegemaakt en gaven het op.

Na afloop trof ik een hoogleraar van UKZN (mijn universiteit) schuimbekkend bij de koffietafel. ‘Indigenous knowledge systems’, brieste hij, ‘indigenous ignorance systems, zul je bedoelen. Ohhhh, this depresses me so much’. Ik vertelde hem over de sultan van Yogya en dat maakte hem niet vrolijker. Maar hij is wel een van de meest aanwezige voorstanders van meer aandacht voor indigenous knowledge systems, alleen deze invulling van wat indigenous knowledge systems zijn, zint hem (wit, links, hoog opgeleid) niet. De vraag wie bepaalt wat waardevol en wat bijgeloof is, stelt hij zichzelf niet.

Ik zit me af te vragen of de diviners er niet van overtuigd kunnen worden om de metafoor van de mhlambo wat preciezer te maken, met wat duidelijkere referenties naar de besmettingsbronnen, zonder in de grofheid van de hiphoppers terecht te komen die veel plattelanders voor het hoofd zou stoten. Maar de discussie in de sessie bewees dat dat een hopeloos naïef streven is. Als academici - die het er in ieder geval over eens zijn dat aids veroorzaakt wordt door een virus en levensgevaarlijk is - elkaar al voor geen meter begrijpen...

Ook dit zijn vragen die in Nederland een rol spelen maar zich minder duidelijk aan de oppervlakte bevinden, tenminste in mijn beleving. Denk aan de creationisten, die Darwins inzichten als een van vele mogelijke scheppingstheorieën in scholen willen presenteren. Of de Yomanda’s, die de zwak-, ziek- en misselijken onder ons het gevoel geven dat ze iets aan hun ziekte doen, maar daarmee daadwerkelijke behandeling in de weg staan. Zoveel verschillen zijn er niet tussen Europa en Afrika, uiteindelijk. En tegelijk zijn ze in zo’n discussie on-o-ver-brug-baar.

3 opmerkingen:

Stijn zei

Echt on-o-verbrugbaar? In de praktijk misschien veelal wel.

Stelling: Alle wezenlijke discussies gaan over vooronderstellingen.
Ik denk dat die stelling klopt, en dat daarin tegelijkertijd de oplossing en de moeilijkheid ligt.

Wanneer je met mensen kunt komen te spreken over hun vooronderstellingen, kun je óf soms ontdekken dat die niet veraf liggen van de jouwe, óf beter begrijpen hoe ze denken, wat voor hen belangrijk is en wat minder belangrijk. Dan kun je (binnen het kader van die ander) soms bruggen slaan, of anderen op ideeën brengen.

Het probleem is natuurlijk, dat mensen het dikwijls veel te riskant vinden om hun vooronderstellingen ter discussie te stellen: Als ik dat doe worden immers ook die stukjes van mijn wereldbeeld zichtbaar die ik niet zo mooi op een rijtje heb. Publieke debatten zijn voor dat soort gesprekken daarom vaak niet zo geschikt, denk ik. Maar één-op-ééngesprekken of gesprekken in klein gezelschap zijn soms wel veilig genoeg: Daar ontstaan soms mooie dingen, maar het is wel altijd een kwestie van lange adem. Zo is in ieder geval mijn ervaring als het over (geloofs)gesprekken gaat.

Anders gezegd: het echte probleem zit 'm volgens mij meestal niet in de geloofsovertuigingen die mensen hebben, hoe raar soms ook. Het echte probleem zit 'm in de vraag of die vooronderstellingen bevraagd en betwijfeld mogen worden (en dat geldt vanzelfsprekend ook voor de vooronderstellingen onder de overtuigingen van de hoogleraar van de UKZN).

Stijn (aka Stefan).

Barbara Titus zei

Ha! Dank voor je reactie. Ja ik sta helemaal achter de stelling die je poneert. Maar hij krijgt hier af en toe barstjes. Ik merk hoe moeilijk het is om mensen te bereiken, zowel de diviners als de hoogleraar van UKZN. Zoveel moeilijker dan ik dacht. Maar dat neemt niet weg dat ik het blijf proberen. En ik denk dat je ook gelijk hebt als je zegt dat het bevragen van fundamentele en vaak impliciete vooronderstellingen moeilijk is in de context van een conferentie.

Tot snel weer,
Barbara

Unknown zei

IK BEN NU HIV-NEGATIEF ... IK BEN GEHANDELD VAN HIV MET HET GEBRUIK VAN KRUIDENGENEESKUNDE
Hallo kijkers. Mijn naam is Sarah Navas, ik heb nu al meer dan 6 jaar last van hiv, ik heb bijna al mijn handen uitgegeven om geld te verdienen om ervoor te zorgen dat ik gezond word, maar gelukkig, 6 maanden geleden, kwam ik online in contact met een kruidengenerator dat heeft veel mensen over de hele wereld geholpen en ziekten genezen die ongeneeslijk leken, zijn naam Dr. Hassan. Ten eerste vond ik het een grapje totdat Dr. Hassan contacteerde en hij zei dat hij me kon genezen. Hij vroeg om mijn gegevens die ik hem graag gaf. Hij vertelde me wat ik allemaal moest doen en stuurde me het kruidengeneesmiddel via de koerierdienst van Dhl en gaf me instructies om mee te nemen, wat ik goed heb gedaan. En echt, ik begon mijn gezondheid terug te krijgen zodra ik het medicijn begon te gebruiken, ik merkte dat de symptomen geleidelijk aan gaan. Ik beëindigde de behandeling vorige maand, toen ging ik naar mijn ziekenhuis en mijn arts bevestigde dat ik genezen was van HIV en mijn testresultaat was negatief, alle medische tests die ik uitvoerde waren allemaal negatief, ik was volledig genezen. Ik ben erg blij met deel deze getuigenis omdat ik mijn opwinding nog steeds niet kan vasthouden. en dit is zijn e-mail: drhassanherbscure@gmail.com. en WhatsApp ------- +2349032582239
 Volgens deze geweldige kruiden-DR kan hij ook HERPES, ALS, KANKER, Koortslip, DEPRESSIE, CARDIAC ATTACK, ASTHMA, DIABETES genezen. Onthoud dat ik mijn kans benut en nu mijn getuigenis deel, wanneer je contact opneemt met deze geweldige kruiden-dokter die je zult delen ook die van jou. Bedankt voor het kijken