Na onze Kaapse villa in de Mother City, ons Kaaps-Hollandse strandhuisje in Wilderness, onze bipolaire hosts in het Britse landhuis in Durban over wier creepy-ness je een griezelboek zou kunnen schrijven (te lang voor een blog), hebben we nu onderdak in een garagebox in Graskop.
Bergklimaat hier in Mpumalanga. Overdag 28 graden. ’s Nachts steenkoud. De airco in de garabox staat op 30 graden en zodra je hem uitzet slaat de klamme kou je op de huid. De auto is naar buiten verbannen.
Wat een ontberingen. Pa had een rolberoerte gekregen, zeggen Martha en ik gierend van de lach tegen elkaar. De ontbijtzaal ligt in het donker naast het zwembad onder een golfplaten dak en daar is ook een lounge op tegelvloeren waar we allemaal gebruik van mogen maken. Het is een unheimisch soort glorie-die-nooit-geweest-is luxe (in tegenstelling tot vergane-glorie luxe waar ik erg van houd, ook als het geen luxe is).
In plaats daarvan zitten we in het restaurantje naast het B&B bij een houtvuur waar ze pizza’s op bakken en een olielampje op tafel. We zijn in een aanhoudende machtsstrijd verwikkeld met de trainee-serveerster over het volume van de muziek. We vragen om beurten of het zachter mag. Daarna zet zij hem weer harder.
Morgen gaan we een tour doen in Blyde River Canyon. Google het even op _images_ en je weet waarom we hier zijn.
Willem verwelkomde ons bij de receptie. Hij had een groot ijzeren kruis om zijn nek hangen en worstelt naar mijn indruk hardhandig met zijn geaardheid. Een heel lieve man, die net als onze vorige hosts meer zijn best doet voor ons dan we ooit zouden kunnen wensen.
Misschien vinden wij het ook gewoon wel een beetje moeilijk om te ontvangen. Iedereen van Kaapstad tot Graskop zegt: “If you’re happy, I’m happy.” Laat ik dat nu net een beetje aan het afleren zijn…
woensdag 17 juli 2019
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten