Johannesburg is een echte stad. Een groot bussinessdisctrict in het centrum, minder groen, meer roofovervallen, en de hele dag files. Jozi is craaaazy. Ik had mezelf van maandag tot donderdag gegeven om tien belangrijke informanten te spreken. En ik had geen eigen vervoer. Dat is ook een beetje crazy.
Gelukkig had Grant me een kantoortje met telefoon en computer met internet aan de Universiteit van de Witwatersrand gegeven. En een van zijn studenten wilde wel tolken. Dus ik kroop in de telefoon want alle informanten hadden op z’n Afrikaans gezegd: jahoor, ik denk dat ik wel in de buurt ben, bel maar als je er bent.
En op één na bleek iedereeen zowaar beschikbaar en bereid. En Igz, mijn tolk, wist wel een paar studenten die een taxibedrijfje runden. In Afrika moet je niet teveel willen plannen; als dingen gebeuren, dan gebeuren ze.
We stapten eerst in de taxi naar Melville, jawel: het Montmartre van Zuid-Afrika waar M en ik exact een jaar geleden onze eerste kus uitwisselden. En je gelooft het niet: het was nog dezelfde straat ook. Daar moeten de voorvaderen achter zitten.
Boven de theesalon zat het impresariaatje dat voor de SABC (de Zuid-Afrikaanse BBC) een programma over traditionele Zuid-Afrikaanse muziek maakt en de programmamakers konden mij alles vertellen over de manier waarop ze maskanda aan jonge mensen verkopen.
De dag daarop een gladde jongen van een onafhankelijk record label. ‘Maskanda’s future is biiiiig’. Hij wilde wel met me praten om 09.00 uur. Probeer je voor negenen maar eens in Joburg over de weg te bewegen. Zweli van de taxi was laat, maar was over the moon toen ik hem vertelde wat ik in Johannesburg kwam doen.
Hij bleek werkelijk alles van maskanda te weten, had wel 100 maskandacds in zijn auto liggen. ‘Dit is een nieuwe generatie maskanda. En dit; dit moet je ook horen.’ Ik haalde mijn opschrijfboekje tevoorschijn en in de drie kwartier die we vast zaten in het verkeer praatte hij me helemaal bij. En als hij een naam niet wist, belde hij zijn neef die het wel wist.
Wist ik bijvoorbeeld dat er een vete woedt tussen maskandasterren Thokozani Langa en Bekumuzi Luthuli? Nee, dat wist ik niet. De twee heren maken elkaar uit voor rotte vis, maar hun aanhangers nemen het serieuzer. Die bedreigen elkaar met kogels in de kop en bekrassen mekaars auto. Een beetje zoals Wagner en Brahms, zeg maar, maar dan met échte mannen, want alle witte mannen zijn pussies.
De emoties zijn inmiddels zo hoog opgelopen dat de Zoeloezender Ukhozi FM heeft besloten hun muziek van de radio te bannen tot de ruzie opgelost is. De gladde jongen van het onafhankelijke recordlabel bleek later de grote verzoener, althans zo wierp hij zich op.
En na de gladde jongen stond Downtown Studios op het programma waar ik de eminente maskandamuso Ihashi Elimhlope (Zoeloe voor Wit Paard) zou treffen. Maar Zweli zat weer vast in het verkeer, en toen hij me eindelijk had afgezet bij de Studio’s was het Witte Paard boodschappen aan het doen. We zijn er zo! verzekerde zijn vrouw en manager me.
Ik streek neer in de foyer van de studio’s en waande me in het New York van de jaren 50. Stoffen bekleding op banken en wanden, gouden en platinum platen aan de muur en een galante portier in pak die Titus bleek te heten en die alles wilde weten over mijn wereldreizen. En toen liep toevallig Ntokozo Zungu binnen, een maskandastudiogitarist die ik nog niet op mijn lijstje had, dus met hem kon ik ook een babbeltje maken.
Als ik dag in dag uit in die foyer blijf zitten heb ik al genoeg informanten. Want even later kwam de gladde jongen van het record label binnen. 'Ha, jij hier' zei hij en liet me een artikel zien uit de African Sun, een sensatiebeluste tabloid op z’n Afrikaans. Op de voorpagina stond een prominente foto van een uitgemergelde jonge vrouw die er naar eigen zeggen 10 jaar lang zo ondervoed had uitgezien.
Niemand wist wat het was: geen aids, geen tb, geen kanker. Totdat ze, minuten voor de journalisten van de Sun gearriveerd waren, een foetus van een koe had uitgekotst. Het duidelijk herkenbare koeienjong-in-aanleg dreef in een plas braaksel in een teil en had al die tijd in haar maag gewoond omdat iemand een vloek over haar had uitgesproken. De sangoma (kruidenheks) die naast haar stond had haar nu met een potent kruidenmengsel van die vloek verlost. Ze kon weer verder met haar leven. Hoera. De gladde jongen slaakte een zucht van verlichting. Wat mensen verzinnen om je het leven zuur te maken.
Na het Witte Paard nog twee maskandagitaristen in een pizzeria en toen was ik volkomen afgedraaid. Ik hoorde Grant en Angus praten en kon uit hun woorden geen betekenis meer extraheren. Maar ik heb een paar uur zeer waardevolle informatie verzameld.
dinsdag 29 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hoi Barbara, leuk om te lezen over je belevenissen! Ik ben zelf ook geinteresseerd in (Zuid-)Afrikaanse muziek, speel met het idee om naar Kaapstad te gaan voor uitwisseling, kan ik je via de mail wat dingen vragen? Heb je adres alleen niet - ik ben iig morris(at)morriskliphuis.nl...
Groeten, Morris
Een reactie posten