De laatste weken zullen in een snelkookpancompressie voorbijgaan, dat weet ik nu al. Ik wil nog helemaal niet terug. Afgezien van de net gevonden liefde, heb ik nog zoveel te doen. Maar mijn collega’s vertellen me dat het een goed teken is; het betekent dat er iets te doen blijft en dat het dus niet voor niets was. Er is iets in gang gezet.
Ik ga proberen tussen de wekelijkse lessen in Zoeloe, maskandagitaar, maskandadans, en mijn colleges voor bachelors en masters door nog een aantal grote vissen bij de staart te vatten om over maskanda te praten. Bij sommige informanten moet je aanhouden; een band opbouwen via de telefoon, zonder ze het gevoel te geven dat je ze stalkt. Ik kan ze nog te pakken krijgen. Nog 3 en een halve week…
En dan de colleges. Die studenten hier zijn net zo brutaal als in Nederland en bovendien hebben ze sterallures omdat ze denken dat ze blitsende solocarrières tegemoet gaan. Die muziekgeschiedenis moet er maar even naast. Nou, mooi niet dus, bij mij. Het gejammer en geweeklaag is niet van de lucht.
Gelukkig heb ik met Mageshen vandaag lekker op ze kunnen schelden. We zijn allebei jonge docenten; studenten denken dan al gauw dat ze je maatje zijn. En hier wordt er anders mee omgegaan dan in Nederland. Omdat de opleiding zo gegrond is in uitvoeringspraktijk spelen docenten en studenten vaak samen in concerten, lenen ze instrumenten van elkaar, vragen ze elkaar voor ensembles, etc. Dus dat leidt tot lossere omgangsvormen dan ik gewend ben. Op zich vind ik dat wel prettig; we gaan als volwassenen met elkaar om. Maar ze moeten wel doen wat ik zeg, verdikke.
En dan staan er nog wat lezingen op stapel; eentje voor het Centre for Critical Research on Race and Identity (CCRRI), morgen. Ik ben heel benieuwd wat ik daar aantref. En een voor de Universiteit van Stellenbosch, volgende week. En dat allemaal naast een niet te versmaden geliefde. Ik maak korte nachten…
Het is moeilijk om het materiaal dat ik verzameld heb al in een betoog te verwerken. Ik kan mijn oude betoog vol mooie hypothesen niet ongewijzigd laten, want ik heb mijn gezichtspunten moeten aanpassen aan de hand van wat ik ben tegengekomen. Het zou raar zijn als dat niet zo was. Maar een goed geïntegreerd nieuw verhaal is er ook nog niet. Dus juist die twijfel ga ik tot onderwerp van mijn lezing nemen, morgen. Is kijken wat er gebeurt.
Het ‘tussengevoel’ in wetenschappelijk opzicht weerspiegelt zich in mijn persoonlijke situatie. Er is met deze reis zonder twijfel iets in gang gezet, een toevoeging, een verrijking, maar waar bestaat die uit? En wat ga ik ermee doen?
1 opmerking:
Onrust! In wat voor heerlijke ellende ben je toch terecht gekomen! Ik wens je veel, ehm, wat je maar nodig hebt, want er wordt een groot beroep gedaan op je vermogen tot levenskunst.
Een reactie posten